Tekst: Mark Olijslagers
Foto: Danny Willems
Voetvolk
Het beste cadeau wat ik mezelf afgelopen jaar heb gedaan is een ‘We are public’ lidmaatschap. Voor een vast bedrag per maand kun je onbeperkt voorstellingen bezoeken uit een breed aanbod kunst, dans, muziek, film en theater. Veelal voorstellingen buiten de gebaande paden en met een focus op nieuwe makers. Een mooi initiatief met als streven de Nederlandse podia zo goed mogelijk te vullen. Eind december reisden we naar Rotterdam voor een bezoek aan het Depot van Boijmans van Beuningen en een voorstelling in het Rotterdams Theater, beide gratis via de WAP-pas. Wanneer ik Rotterdam bezoek voel ik me altijd als een gretig kind in een overvolle snoepwinkel. Deze stad heeft culturele ballen, is niet vies van underground kunst en denkt er niet aan het werk ‘Santa Claus’ (a.k.a. Kabouter Buttplug) van de controversiële kunstenaar McCarthy te verwijderen.
We trappen de dag in Rotterdam af met een lunch op de rode boot Vessel 11 (V11) waar het menu geïnspireerd is op de Britse keuken. Benedendeks staat een intiem klein podium met ruimte voor zo’n 100 bezoekers. De programmering is vaak in samenwerking met Rotown. “Maar soms programmeert V11 ook zelf hoor”, vertelt de jongeman die ons gepocheerde eieren voorschotelt. Lekker, net als wat Depot van Boijmans van Beuningen te bieden heeft.
Het toetje van de dag is de theatervoorstelling ‘Into The Open’ van het Belgische gezelschap Voetvolk in Theater Rotterdam. ‘Verwacht een stevige energieboost in deze muzikale lsd-trip’, belooft de website. Geen idee wat dat betekent, maar we gaan het zien. De eerste verrassing openbaart zich als we de grote theaterzaal binnenlopen: de stoelen in de zaal zijn verwijderd, alleen aan de zijkant en op het balkon kan men zitten. We zijn vroeg en zien de zaal voldruppelen met een gemêleerd, niet stereotypisch theaterpubliek. Rechts staat een oud hippie-stel en voor ons een groep ruige rockers die aan hun shirts te zien vaste klanten van Baroeg zijn. Verderop in de zaal een groep jeugdigen met haren in diverse kleuren met vermoedelijk kleding uit een tweedehandswinkel om de eigen look compleet te maken. Ook hier de traditionele Rotterdamse haarmat met snor. Voordat de voorstelling begint heeft het geheel meer weg van een concert dan een dansvoorstelling. Dat gevoel wordt versterkt door een bar in de zaal waar het bier rijkelijk stroomt. Het licht wordt gedimd en gretig zuigend aan zijn peuk komt de drummer op. Hij loopt tot de rand van het podium en observeert het publiek met een indringende blik. Hierna neemt hij plaats achter zijn drumstel. De andere twee leden van de band Dendermonde en de vier dansers volgen een voor een zijn voorbeeld. Het publiek is bekeken, het eerste contact gemaakt.
Voetvolk is een concept van Lisbeth Gruwez & Maarten Van Cauwenberghe en bestaat uit de band Dendermonde, aangevuld met vier dansers. ‘Into The Open’ is de twaalfde productie in het vijftienjarige bestaan van Voetvolk. Het stuk verwijst naar de heropening van de wereld na alle covid-beperkingen. Alle opgekropte energie mag er eindelijk uit, alle middelen zijn geheiligd.
De drummer verbreekt de stilte, zijn drumcomputer start een staccato beat. Met zijn drumstokken klapt hij er vervolgens flink op los. De bassist valt hierna in met een lomp bas gedreun en wanneer de gitarist zijn opzwepende gitaarrifs inzet komen de dansers tot leven op een mix van noise, punk, dance en shoegaze. De dansers bewegen wild en ruig. Al headbangend, trappend en springend wordt er een energie gelanceerd waarbij ik me afvraag de dansers dit fysiek meer dan een uur kunnen volhouden. De high voltage sfeer vanaf het podium slaat vrijwel direct over op het publiek dat begint mee te bewegen, ieder op zijn eigen manier. Langzaamaan beginnen de dansers kledingstukken uit te trekken. Alsof ze moeite hebben met de letterlijk en figuurlijke bevrijding blijven de shirts halfweg steken waarbij de hoofden bedekt blijven. De personen veranderen hiermee in abstract bewegende sculpturen die als magneten elkaar aantrekken en afstoten. Deze verbeelding werkt sterk en hun aandacht neemt de overhand boven de voortdurend doordenderende muzikale noise. Vanaf dit moment worden de grenzen van de begrippen dans en theater steeds verder opgerekt. Wanneer eenmaal de kledingstukken uitvliegen en in het wild rondgesmeten worden zet de band een tandje bij waarna dans en muziek weer versmelten tot één geheel. Zelfs letterlijk wanneer een danser gitaar gaat spelen en twee andere het drumpodium beklimmen om drumstokken ter hand nemen. Ondertussen bewegen de muzikanten als volwaardig dansers abstract over het podium. Het is duidelijk dat Voetvolk niet alleen de grenzen wil oprekken, maar deze het liefst totaal aan diggelen wil slaan. Het volk in de zaal gaat erin mee en laaft zich aan de aanstekelijke energie. Zonder dat de voorstelling tekst bevat, met uitzondering van wat oerkreten en een gezamenlijk gezongen mantra, wordt de taal begrepen. Het gaat hier niet om de ratio of het begrijpen, maar om het voelen van de energie en je er op mee te laten voeren om samen de vrijheid te beleven.
Het ‘samen’ wordt zelfs letterlijk in de praktijk gebracht. Tijdens de toegift wordt het publiek op het podium uitgenodigd. Zo intens als de gezamenlijke trip startte, eindigt die ook. Met het podium als lenteweide vol springende en loeiende koeien die door de boer weer voor het eerst na de winter worden losgelaten. Sommige zelfs compleet door het dolle heen. Strak door de onverwachte powerboost gaan we op huis aan.