Tekst: Edwin Timmers
Foto: Joana Faria
The Super Soakers
Meteen bij het eerste liedje was het raak. De nieuwe ep van de Nijmeegse band The Super Soakers opent met How Long Till the Summer. Tinkelend intro, hoog ingezet coupletje, een korte op de thermiek zwevende klim en dan, klabats, een refrein dat in stemmenrijkdom wedijvert met die van The Zombies, de sixtiesband waar men doorgaans te gemakkelijk overheen kijkt. De overige vier liedjes op de ep kiezen heel andere paden, telkens even mooi. Na het nodige appwerk kwam ik in contact met Mart. Hij reageerde terughoudend toen ik hem de songschrijver van de band noemde. Vooralsnog komen de meeste liedjes van hem, maar dat maakt hem niet tot dé songsmid. The Super Soakers is een vijfkoppig collectief. “Als band moet je net zo veelzijdig zijn als een mens is.”
Even bellen? Vijf rijkgevulde kwartieren later vraag ik Mart welke plaat hij grijs gedraaid heeft. Hij haakt aan op het grijze in grijs gedraaid. Muziek van streamingsdiensten slijt niet, alleen zwarte vinylplaten worden grijs. Oude technieken overleven in hedendaags taalgebruik. We ‘draaien’ nog steeds een telefoonnummer en we ‘hangen’ nog immer op als we een telefoongesprek beëindigen. Uitweidingen als deze kleuren het gesprek. Uiteindelijk was ‘podcasts’ het antwoord op mijn vraag. Mart luisterde tot zo’n twee jaar geleden, gedurende een periode van vijf jaar, nauwelijks muziek. Wat het precies was, weet hij niet, maar iets in zijn lijf protesteerde, met pijn als gevolg. Het belemmerde hem in het musiceren, sterker nog, hij associeerde die pijn met muziek in het algemeen. Deze periode verklaart de winterslaap van The Super Soakers tussen 2016 en 2022. Hij ervoer die tijd als een zwart gat, dat hij niettemin naar eigen hand zette: “Ik vind het wel lekker om met een zwart gat te dealen.” Hij meent het. Het confronteerde hem met routines, van de meest huiselijke zoals het ochtendritueel tot en met de maatschappelijk structurerende. Ook muziek maken ontkwam niet aan het denken over routines. Luister maar naar de nieuwe ep The Shepherd & the Scapegoat. Niet in een hokje te stoppen. Gitaarmuziek? Soms, maar niet altijd – zo rust de ballad What A Year op een pianopartij. Over de vaste plekken in een band (ook routines) zegt hij dit: “Ik zie een band als een voetbalteam, maar dan een team waarvan de linksback ook rechtsvoor kan staan. En ik wil er graag bandleden bij die geen muziek maken.” Mart lijkt routines als creativiteitsdempers te zien, als valkuilen die hij wil omzeilen; hij wil zichzelf voorblijven.
Over de melodische parel What A Year is overigens meer te vertellen. Allereerst beantwoordt het aan zijn muzikale principe: “Ik vind melodie het allerbelangrijkst. Daar begint elk nieuw liedje.” Het primaat van melodie is niet los te zien van liedjespromotor Peer van platenzaak De Waaghals in Nijmegen. “Bij Peer is mijn muzieksmaak begonnen.” Ten tweede komt What A Year voort uit een bijzondere intentie die in eerste instantie niet per se met melodie te maken had. Mart studeert Cultuurwetenschappen. Binnen die studie was hij bezig met het fenomeen sarcasme. Een docent stelde voor sarcasme als thema voor een liedje te nemen, niet alleen tekstueel, ook in de uitvoering. “Waar zit de echtheid van deze traditie?” vraagt hij zich af, en dan bedoelt hij niet de kersttraditie, waarmee het liedje de draak steekt, maar de traditie van spot. Wat betekent spot nog in onze post-postmoderne samenleving? Mart ziet de band als een middel om ideeën te toetsen op een manier die in de wetenschap niet mogelijk is. In dezelfde denkbeweging vraagt hij zich af hoe kunst in de wetenschappelijke wereld te gebruiken is. Eerder in het gesprek merkte hij op: “Kut aan Nederland vind ik dat alles is geprofessionaliseerd.” Popmuziek doe je zo! Er zijn zelfs opleidingen voor. De pro is vooral goed in één ding, terwijl het op creatief vlak vooral zaak is om te verkennen, niet in de laatste plaats in samenwerking met anderen. “Creatieve broedplaatsen, elke stad heeft er meerdere. Mensen zitten er wel samen, maar helaas werken ze niet samen. Het enige wat ze delen is een dak.” Zitten The Super Soakers door al dat denken niet teveel in hun hoofd? Zeker niet, luister maar naar hun liedjes. De ep The Shepherd & the Scapegoat doet uitzien naar hun eerste langspeler. Gaat die er komen? “Dat is wel het plan. We hebben al tien goeie nieuwe liedjes. Maar we hebben geen geld, en weinig optredens helaas.” Toch tilt hij niet al te zwaar aan dat ‘helaas’. Pas nog crashte zijn telefoon. Een vracht aan ideeën en andere opnames ineens foetsie. Hij zit er niet echt mee. “Aboriginals branden bos af om de grond vruchtbaar te houden.”