Tekst: Edwin Timmers
Radicaliseren in anderhalf uur
Dagen na het kijken van deze klassieker zaten er nog sporen van in mijn bloed. Als ongelovige kijk ik graag naar films over het geloof. Elk dorp en elke stad in Nederland heeft minstens één kerk en ooit zaten die vol. Dit wijst erop dat het geloof ooit alomtegenwoordig was. Hoe kun je zoiets als ongelovige begrijpen? Waarschijnlijk kan ik dat niet begrijpen – ziedaar een kiem voor mijn interesse voor films met geloofsthema’s. Een artikel over Dagboek van een Dorpspastoor deed me denken aan de laatste twee films van Paul Schrader: First Reformed uit 2017 en The Card Counter uit 2021. Beide films hebben, zo ik het zie, radicalisering als thema. Het verbaast me dat ik dit thema in geen enkele recensie ben tegengekomen, terwijl ik meen dat het de twee tot een tweeluik maakt.
Paul Schrader regisseerde Taxi Driver (1976) niet, maar schreef wel het scenario. Taxi Driver wordt samen met drie films die hij wel regisseerde, te weten: American Gigolo (1980), Light Sleeper (1992) en The Walker (2007), als een vierluik beschouwd. Een vierluik waarbinnen Taxi Driver en Light Sleeper als complementaire eenheid geldt, net als American Gigolo en The Walker. Vier films over eenzame mannen wier bestaan op drijfzand rust en daarom zoeken naar vaste grond. Mannen van die snit nemen ook de lead in First Reformed en The Card Counter.
Een protestants-christelijke radicaal kom je in de media nooit tegen
De mise en scene, de vormgeving van de filmomgeving, in Schraders films schreeuwt nooit, ze is sober. Het licht is onnadrukkelijk warm in de avond en herfstig of winters overdag. Kale bomen, het ondraaglijke schandaal van de seizoenen. Loop op een koude winterse dag onder een sneeuwzwangere lucht naar buiten, neem het overzichtelijke, doch van zin verschoten geheel in je op en je hebt de sfeer van First Reformed. In deze fletse kaalheid kan het intellectuele gesprek tussen de voorganger van een protestants kerkje en de leider van de overkoepelende kerkorganisatie stralen. Kerkdogma’s zijn het resultaat van intellectuele twisten op hoog niveau. Wie dergelijke dogma’s waagt te betwisten, riskeert uitsluiting van de geloofsgemeenschap. De getraumatiseerde voorganger (en hoofdpersoon van de film) waagt het bepaalde dogma’s aan te vechten. Waarom wijst de overkoepelende kerk een van z’n belangrijkste sponsoren, de eigenaar van een extreem milieuvervuilend bedrijf, niet terecht? Hoe kan de kerk leven met een geldschieter die gods schepping kapot maakt voor eigen gewin? Deze vragen samen met de onwil van de kerk om die te beantwoorden, zorgen ervoor dat de hoofdpersoon radicaliseert. Hij drijft weg van de kerk die ooit zijn thuis was. Tegen het einde van First Reformed heeft hij een bomgordel om zijn middel en maakt hij zich klaar om die te gaan gebruiken. Ik geloofde hem, maar dat terzijde. Een protestants-christelijke radicaal kom je in de media nooit tegen. Radicalen hangen meestal een ander geloof aan, dat is het verhaal dat ons dagelijks verteld wordt. Dat Schrader er een in deze film opvoert, is geen toeval. Hij gunde zich een volgend werk om het thema verder te verkennen.
The Card Counter wordt verteld vanuit het perspectief van William Tell, een voormalig soldaat in het Amerikaanse leger die zich tijdens de Irakoorlog onder supervisie van hoger geplaatsten schuldig maakte aan marteling van mannen in de Irakese Abu Ghraibgevangenis. Hij zat een gevangenisstraf uit nadat de schandalen van Abu Ghraib in de media breed uitgemeten waren. Zijn oversten kwamen, zoals altijd, goed weg. Tell verdient de kost met kaartspelen in gokcentra. In de gevangenis leerde hij het tellen van kaarten, een niet toegestane techniek waarmee hij zich niettemin kan onderhouden. Het tellen van kaarten is een rationele techniek om controle over het spel te houden. Het houdt hem letterlijk in leven; dankzij pure rationaliteit is hij de spoken in zijn hoofd de baas. Maar het leven is geen spel. Hij ontmoet een jongen wiens vader ook als US-soldaat huishield in Abu Ghraib. De jongen is zowel psychisch als fysiek getekend door zijn getraumatiseerde vader, die uiteindelijk de hand aan zichzelf sloeg. Hij wil zich wreken op de officier die zijn vader tot het martelen van vermeende terroristen aanzette. Tell ontfermt zich over de jongen. In een prachtige scene poogt hij de jongen op een manier die de uiterlijke schijn van een marteling heeft weg te houden van diens wraakpoging. Hij biedt hem zelfs een flinke som geld, waarmee hij zijn leven kan oppakken. Ik geloofde dat het lukte, dat de rationele aanpak werkte om zoiets irrationeels als wraak te neutraliseren. Ik had het mis. En dat was het moment dat bij mij een lichtje opging. Radicalisering en de vervolgstap terrorisme voegen zich niet naar de rationele mal van collectieve weldenkendheid. Wraak ligt op de weg naar gerechtigheid als die weg via andere manieren niet begaanbaar is. Schrader is kritisch op de politiek van zijn thuisland. Hij ziet erin de kiem van terrorisme en dat is een perspectief dat men, zowel daar als hier, niet graag onder ogen ziet. Vandaar wellicht de blinde vlek bij recensenten.