Tekst: Pernilla Ellens
Foto: Seth Abrikoos
Al ben je paars, het enige wat boeit is dat je van metal houdt en daar hard op gaat
Kiko Reitsma (2001) geboren in Tilburg en opgegroeid in Den Bosch, is muzikant en kunstenaar, maar bovenal metalhead. Als bassist van de Eindhovense ‘thrash mosh metal machine’ band Headless Hunter speelt hij alle OJC’S plat. In juni 2024 studeerde hij af aan de kunstacademie, de St. Joost in Den Bosch met een film, een aantal collages en een collectieve sculptuur. Naar aanleiding van zijn Bauhaus tattoo, raakte ik aan de praat met Kiko, in de Eindhovense burgertent Vegan Heroes. Ik ging hem volgen en leerde ook zijn beeldende werk kennen. De autonome thrasher, daar wil ik meer over weten. We spreken elkaar op afstand, Kiko in zijn met posters en vlaggen volgehangen slaapkamer bij moeders thuis in Den Bosch, ik in mijn studio in Rotterdam.
Hoi Kiko! Ten eerste ben ik benieuwd naar jouw verschillende identiteiten, als kunstenaar, muzikant en metalhead. Hoe zie jij jezelf?
Ik zie mezelf niet als muzikant of als kunstenaar, maar vooral als metalhead. Elke metalhead die ik ken, die maakt. Creativiteit hoort bij de subcultuur. Iedereen doet iets voor de community en participeert op eigen wijze. Metalheads hebben platenwinkels, organiseren shows, maken muziek en posters. Iedereen draagt zijn steentje bij op zijn eigen manier. Ik heb kunst gestudeerd en ik maak muziek, maar ik ben gewoon een metalhead die zijn ding doet.
Ik ben benieuwd naar het kunstwerk Heavy Duty. Hoe kwam je op het idee voor dat kunstwerk?
Een battlevest is een jasje zonder mouwen waar je patches op naait van al je favoriete bands, die veel metalheads dragen. Ik heb zelf altijd een battlevest in progress [Kiko laat doos met patches zien]. Het is uiteindelijk diep persoonlijk maar ook symbolisch object, omdat het laat zien wie je bent en waar je voor staat. Mijn battlevest is ook beschreven door vrienden en bands. Elk battlevest is uniek. Juist omdat het zo’n individueel object is, wilde ik er een community ding van maken. Ik heb een grote doek uitgeleend aan vrienden die er zelf hebben opgezet wat ze wilden. Zo werd het niet alleen van mij, maar werd het doek een kunstwerk met een verbindende factor. Tijdens mijn afstuderen heb ik het werk op een grote tafel gelegd met patches eromheen, en andere mensen uit de metalscene uitgenodigd om mee te werken. Zo werd het werk ook een performance. [lachend]: Ik heb gewoon gezegd: Kom, we gaan doen waar we goed in zijn, namelijk bier drinken, metal luisteren, en patches naaien!
Het werk is ook tentoongesteld in kunstruimte Marres in Maastricht, eerder een white cube dan een donkere metalkelder. Hoe was het om te exposeren in die omgeving?
In het begin was het even spannend, maar daarna vond ik het erg grappig om een stukje metalscene mee te nemen in een andere wereld. Het was ook leerzaam om het werk in deze context te zien, in relatie tot de andere kunstwerken. Sommige andere werken in de ruimte waren duister en horrorachtig. Zo was er een traditioneel altaarstuk met een projectie en een animatie, waar ik helemaal mee obsessed was. Het is niet zo bedoeld, maar het was wel supermetal. Daarom vind ik het leuk om mee te doen, omdat ik zo ook weer nieuwe perspectieven op metal krijg. Ook leer ik mijn eigen werk weer van een andere hoek benaderen.
Wat waren de reacties dan op jouw werk, hoe zien anderen het?
Mensen die niet uit de metalscene komen, herkennen de beeldtaal wel uit de underground, maar brengen die in verband met andere subculturen. Bij mijn collages dachten mensen bijvoorbeeld aan straatcultuur en graffiti. Dat is niet iets waar ik zelf direct inspiratie uit haal, maar het is wel een interessante associatie. Er is natuurlijk een grote overlap tussen metal en hiphop, maar ik ben zelf nog niet echt naar andere culturen toe gegaan. Ook kom ik, door mijn werk aan een publiek buiten de metalscene te tonen, steeds dichter bij de essentie van metal. Wat is het nu precies, hoe zien anderen het?
Wat is dan de essentie van metal, waarom pakt het jou en laat het je niet meer los?
Ik ben daar nog niet achter, maar het blijft me mateloos boeien. Ik voel me heel erg aangetrokken tot dat oergevoel, het is bijna sekte-achtig. Dit leven zou je bijna kunnen vergelijken met mensen die streng religieus zijn. Maar ik zie metal als iets goeds, het is niet de bedoeling om anderen pijn te doen. Je hoort ergens bij, en alles wat je doet heeft daarmee te maken. Er is een soort aantrekkingskracht waar mijn hele bestaan omheen draait. Voor zover ik het kan beoordelen is het niet schadelijk, het is alleen maar fijn. Ik haal er dingen uit en het geeft me kansen. Ik zou nooit geen bandshirts dragen, als ik niet als full metal warrior naar m’n baan kan ga ik daar gewoon niet werken. Ik vind het fascinerend dat het zo mijn hele wereld draaiende houdt.
Jouw kamer, met de MTV Headbangers Ball vlag die achter je hangt, lijkt wel een tijdscapsule uit eind jaren ‘80. Wat is je fascinatie met die tijd?
De periode van 1986 - 1997 is mijn favoriete periode. Dat heeft te maken met dat dat de golden age was van metal, en metal is mijn hele leven. Toen kwamen alle bands op die we nu kennen en kreeg die cultuur ook zijn vorm. Ik voel een hele sterke band met die tijd, terwijl het meer de tijd is van mijn ouders. Ik heb die tijd niet meegemaakt, maar ik wil er alles over weten. Ik ben sowieso gefascineerd door het verleden, en wilde altijd graag bibliothecaris zijn. Ik hou van oude dingen en verhalen verzamelen. Tegenwoordig is newschool metal zoals deathcore en metalcore populair, maar ik ben een oldschool metalhead. Qua persoon ben ik heel progressief maar qua muzieksmaak ben ik echt een boomer. Ik vind moderne muziek leuk als het klinkt alsof het maximaal 1997 is.
Metal heeft natuurlijk een rijke geschiedenis, maar hoe is de scene nu?
Er is wel een probleem in de metalscene. Metal is een groep van outcasts, waardoor er veel verschillende soorten extreme mensen rondlopen, waaronder helaas ook neo-nazi’s. Vroeger heb ik daar wel te maken mee gehad en dat was niet leuk. Er was wel een tijd dat ik me heel verloren voelde in de rechtse wereld van metal. Metal heeft natuurlijk een stoerheid, het representeert het rebelse, de rock ‘n roll, de bikers. Rechtse metalheads zien die stoerheid als iets mannelijks. Maar stoerheid is een houding die net zo goed geldt voor non-binaire personen en vrouwen. Het is weer dat oergevoel, van wij tegen de wereld. Dat is een sterke kracht, maar niet iets puur mannelijks.De reden waarom ik zoveel met subculturen bezig ben is omdat ik half Surinaams en half Nederlands ben. Ik voelde me nooit ergens bij horen, totdat ik mijn huidige vriendengroep van metalheads vond. Die waren op dezelfde manier geïnteresseerd in losgaan, in duistere shit, in muziek. Veel metalheads hebben wel wat meegemaakt, het zijn buitenbeentjes. Dan kom je bij een groep waar je wel bij hoort en daarom is er respect. Al ben je paars, het enige wat in mijn community boeit is dat je van metal houdt en daar hard op gaat. Dat is ook de boodschap van mijn werk: in de metalcommunity is er voor iedereen een plekje.