Tekst: Reverend MC & Pappa Shotgun
Geen mooiere teringherrie dan rhythm & blues-teringherrie!
R&B ontstond in de jaren 40 met artiesten als Louis Jordan, Roy Brown en Wynonie Harris. In 1949 werd de single (45rpm) door RCA op de markt gebracht, aanvankelijk had ieder genre zijn eigen kleur vinyl. Voor R&B en gospel was dat oranje. R&B ging in de jaren 50 naadloos over in Rock & Roll.
De single was de geluidsdrager die synoniem werd voor Rock & Roll, was klein en goedkoop en leuk om te verzamelen. Het opnemen en persen van een single was snel geregeld. De B-kant werd soms gebruikt als extensie van de A-kant of voor bijvoorbeeld een instrumentale versie. Tegen het einde van de jaren 50 was er een golf van onafhankelijke, kleine platenlabeltjes met baasjes die lokaal talent of wat daar voor door ging, een kans gaven om een hit te maken. Groepen die optraden op straathoeken, universiteitscampussen, de lokale bar of brandweerkazernes waren allemaal welkom. Was je bij stem of speelde je een instrument, fijn. Wie wilde er niet de nieuwe Fats Domino, Little Richard of Five Satins worden. In de vaak primitieve, provisorische studio’s met beperkte middelen niet zelden in deplorabele conditie, werd snel een plaatje geregeld. Iedereen blij. Alle energie en enthousiasme werd in de twee maal twee minuten opnametijd gepropt, want alles moest er live in de studio in een keer op staan natuurlijk. Het resultaat was in technische zin, ook vergeleken met de toenmalige standaard, vaak bedroevend. Leuk zijn juist die singles die al dan niet bewust met al hun imperfecties werden uitgebracht. Wat niet is uitgebracht is niet te beluisteren, maar opnames met een ontstemde gitaar of piano, een kapotte microfoon of versterkerlamp, een mix die totaal uit balans is, alle wijzers in het rood, een haperende saxsolo of een onverstaanbare zanger zagen regelmatig het daglicht. Prachtige lo-fi R&B was het resultaat, bij voorkeur met handjeklap en geschreeuw om er nog een gospelsausje over te leggen. De artiesten kwamen en gingen en hun totale output was vaak niet groter dan een of twee singles. In 1963 en 1964 werd R&B omarmd door de witte R&B – en garagebands. Zo’n beetje alles van Chuck Berry en klassiekers als Louie Louie, Money (That’s What I Want) en Twist And Shout behoorden tot het vaste repertoire. The Witch, aanvankelijk bedoeld als de zoveelste dance in de dance-craze rage, maar wat uiteindelijk een (anti-)liefdesliedje werd, werd een van de vroege garage rock anthems. Vraag het The Sonics maar of er mooiere teringherrie is dan R&B-teringherrie.
Rev&Pappa, zo doopten Reverend MC & Pappa Shotgun hun podcast op Spotify. Op die streamer propten ze reeds meer dan twintig afleveringen vol met schitterende, veelal vergeten liedjes uit het USA van de eerste zeven decennia van de twintigste eeuw. Ruig, wild en intens spul. In de recentste uitzendingen verkennen R&P de R&B zoals hierboven beschreven. We vroegen hen om een lijst met vijf ‘instapsongs’. We kregen er elf. “Kies er maar vijf uit,” meldde het begeleidende bericht. Kiezen? Nope.
Hier dus een top R&B-elftal volgens Rev&Pappa:
- Falcons – Oh Baby
- Cookie & Cupcakes – Trouble In My Life
- Blue Dots – Please Don’t Tell ‘Em
- Sugar Boy and his Cane Cutters – Overboard
- Clarence Walton & Walton Brother Band – The Cat
- Freddie Coaster & The StandelLs – Drinkin’
- Little Jerry – Chapel On The Hill
- Ned & Nelda – Hey Nelda
- Joanne & Sonny – The Journey
- The Bell Notes – I’ve Had It
- Arthur Noiel – It’ll Make You Holler