Tekst: Edwin Timmers
Foto: Antigoon
Antigoon
Weerapps voorspellen regen. Vooralsnog is het droog. Emiel draagt een zwart T-shirt met op de linkerborst een logo in oranje dat op dat van Nike lijkt. Maar de merknaam is vervangen door Nietzsche. De filosoof met de hamer, zo wordt deze negentiende-eeuwse denker wel eens genoemd. Doorgaans zei hij ‘nee’ tegen wat de meeste mensen met een ‘ja’ accepteren. Zou Emiel het t-shirt hebben aangetrokken om zo de betekenis van Antigoon, de naam waaronder hij zijn kunst maakt, te onderstrepen? De dochter van Oedipus heette Antigone, wat ‘zij die geboren is om tegen te werken’ betekent. Kunnen we Antigoon ook een houding loodrecht op die van de massa toedichten? Nee zeggen, waar iedereen ja zegt.
Het atelier van Antigoon bevindt zich in een loods op het voormalige bedrijfsterrein van Stork in Eindhoven en bestaat uit twee kleine ruimtes boven elkaar. Grofweg dient de benedenruimte als werkplaats en de bovenruimte als ontwerpstudio. Beide ruimtes hebben geen raam. Via een houten trap gaan we gelijk door naar de ontwerpruimte. Het is er behoorlijk warm en uit de speaker van een flatscreen-tv knettert de punkrock van Amyl and the Sniffers. Ik wijs naar het logo op zijn t-shirt. Het blijkt te zijn ontworpen door een Franse kunstenaar wiens werk Emiel zeer waardeert. Hij pakt een boekje van een stapel op de tafel waaraan we plaatsnemen en zegt dat het werk erin door dezelfde kunstenaar is gemaakt. Met één oog bekijk ik het werk van de Fransman, met het andere oog pols ik Emiels gezicht, waarvan een flink deel verstopt is achter een baard. In de ogen erboven zie ik gezonde reserve, tegelijk zie ik zachtheid en toewijding. De indruk bekruipt me dat ik zijn tijd zit te stelen, tijd die hij ook aan zijn plotter art, want onder die noemer wordt zijn kunst geschaard, kan besteden. Evengoed heb ik het mis.
Plotter art wordt gemaakt met een plotter. Van oorsprong is een plotter een printer met een of meerdere pennen, maar er bestaan ook snijplotters. De beweging van pen of mes wordt aangestuurd door een computer. Hetgeen de plotter op papier (of een andere drager) zet, is ontworpen op die computer. Antigoon speelt met de drager waarop én het gereedschap waarmee de plotter plot. Hij rekt de grenzen van de plotter op. Zo bedacht hij dat een paintball gun ook als een plotterpen is aan te sturen. Met spatten als bijvangst vormt de uiteen gespatte munitie het beeld dat hij vooraf op de computer ontworpen heeft. Momenteel experimenteert hij met een Dremel (een fijnboorslijpmachine) op de plaats van de pen. De Dremel slijpt lijnen in een drager die voorzien is van meerdere lagen verf.
Een machine voert uit wat hem wordt opgedragen, onvermoeibaar ploeteren ze voort, wat ze aandoenlijk maakt. Een plotter wordt in principe geacht om hyper-nauwkeurig te werken. De lijnen en lijndiktes moeten het perfecte benaderen, maar voor Emiel is dat van ondergeschikt belang: “Perfectionisme is mijn ding niet. Vind ik zelfs niet interessant.” Hij ontwerpt en bouwt zijn eigen plotters. Tegen de tijd dat een machine toe is aan de finale fijnafstelling, is hij alweer bezig met nieuwe ideeën. Het resultaat, de plot, heeft dus altijd een zekere mate van imperfectie. Dat rauwe verhoogt de spanning in zijn werk, alsof de mensenhand erin zichtbaar is.
Perfectionisme is mijn ding niet. Vind ik zelfs niet interessant.
“Ik vind dingen snel saai. Daarom vind ik het fijn om in deze ruimte zonder ramen te zitten: niets van wat er buiten gebeurt, leidt me af. Dat ik mijn eigen plotters bouw heeft daar ook mee te maken. Het maakt het werken divers. Het gaat van bedenken naar ontwerpen en van bouwen naar testen.” Hij stelt voor om buiten verder te praten, want binnen is het wel erg warm. We zetten ons aan een verweerde tuintafel en praten verder. Na de middelbare school deed hij een opleiding in elektro. Vervolgens ging hij naar de grafische school Cibap in Zwolle en daarna deed hij HBO communicatie en mediadesign. “Daar heb ik leren programmeren. In het begin snapte ik er niks van. Internet was nog nieuw. Toen werden er nog van die maffe websites gebouwd. Het was wild west. Acht jaar lang bouwde ik vooral websites. Op een gegeven moment was ik er klaar mee. Websites leken steeds meer op elkaar. In 2017 of 18 bouwde ik met de hulp van tutorials op het web mijn eerste plotter, gewoon uit interesse, zodat ik mijn creativiteit kwijt kon.”
Er valt een druppel op de tafel, en nog een. Gretig zuigt het droge hout het water op waardoor er donkere vlekjes ontstaan. De natuur als pointillist. Na twee droge weken roert de great plotter in the sky zich eindelijk weer. Terug boven breken de wolken. Krakend oergeweld overstemt de muziek van Amyl and the Sniffers, die nog steeds spelen. “Op m’n zestiende heb ik mijn eerste piece gezet,” gaat Emiel rustig verder, “eerder al wat tags.” Hij laat me een aantal van zijn latere graffitiwerken op zijn laptop laat zien. Toen al waren strakke lijnen prominent in het werk aanwezig. De stap van graffiti naar plotter art lijkt daarmee een logische.
Sinds ik het werk van Antigoon op Instagram heb gezien, ervaar ik een bolletje wol anders. Zoals je in zo’n bolletje de lijn van de draad kunt volgen, zo kun je in de plots van Antigoon de lijnen volgen, zelfs als ze onderbroken worden, weg lijken te duiken en elders weer tevoorschijn komen. Veel lijnen in het dagelijks leven hebben betekenis. De complex geconstrueerde lijnenplots van Antigoon lijken van betekenis los te willen komen, ze halen stress uit de perceptie. Ze vormen een wereld die zichzelf genoeg is. Dit komt het duidelijkst naar voren in de plots met knoopachtige vormen, zonder begin, zonder einde. Autonome, gesloten vormen die vanuit hun innerlijke rust het oog tot een aftastend bewegen verleiden. De lijn geïsoleerd van haar decoratieve functie op een gebruiksvoorwerp, zoals ze die vanaf de prehistorie doorheen de geschiedenis wel had. Stelsels van lijnen als kunsthistorisch destillaat.
De plotters van Antigoon live aan het werk zien, is een lust voor het oog, maar, zegt Emiel: “Live performance doe ik bijna niet meer. Het gaat me om het werk of de print.” Terecht en tegelijk een beetje jammer, omdat hij daarmee het hele technische stuk aan het oog van de kijker onttrekt. Hij ontwerpt en bouwt als gezegd zijn plotters zelf. Er zit dus een vracht aan experiment en ambachtelijk vernuft in het traject dat aan het eindresultaat voorafgaat. Dat wordt niet altijd begrepen. Emiel, met pret in zijn ogen: “Ooit was een vrouw boos op me omdat de tekeningen die ze had gezien niet met de hand maar met een plotter waren gemaakt.”