Tekst: Edwin Timmers
Achterlicht is elektrisch!
“Primeur! De derde ep is echt goed!! Nee, echt goed!!! Die ep is REAL ROCK!!!!” De laatste term, real rock, wordt met vette spot uitgesproken door een van de vier van Achterlicht, de Haarlemse band met peper in de reet getuige de serieus hoge snelheid waarop de tien garagepunkliedjes van hun eerste twee ep’s zijn ingespeeld. Zal de derde ep werkelijk heel anders zijn? Afgaande op de energie van het viertal, met een gemiddelde leeftijd van zeventien, wordt het geen verzameling countryballads.
“Zullen we videobellen? Ja? O, er is geen wifi… toch wel… moet een wachtwoord. Heeft iemand een wachtwoord?... Nee?... Dan doen we het zo maar.” Rein (synths), Guus M (gitaar), Guus O (drums) en Dani (bas) hebben net de set nog eens doorgespeeld voor een optreden in Vera Groningen twee dagen na nu. Ze hebben nog fut zat om wat door elkaar te praten in één telefoon. Over de liedjes op hun eerste twee ep’s (die ook op bandcamp staan) en over het ontstaan van de bandnaam. Twee verhalen gelden als officieel, beide hebben dezelfde kern: na een repetitie stonden ze buiten en daar gebeurde iets met een achterlicht. Dat moest ’t worden. Guus O haakt aan op de elektrische dimensie van fietslicht: “Op zich wel een passende naam, met een synthesizer en zo.” In de verte vraagt een ander zich hardop af hoe het dan zit met de gitaarversterkers. De synthesizer is niettemin een aanjagend kenmerk van hun muziek. Het bewijs levert het liedje Nieuwe Mul – de schril priemende synthsolo op het eind is raak. De songtitel, Nieuwe Mul, zit zo: Guus M heet voluit Guus Mul. Ze hadden een nieuw liedje, maar het had nog geen tekst en louter een werktitel: Nieuwe Mul, wat zoveel betekent als ‘dat ene nieuwe liedje van Guus M’. “De lyrics hebben vaak niets te maken met de titel,” beweert iemand, waarop een ander reageert met: “Het is allemaal bullshit.” De liedjes schrijven ze ieder voor zich thuis, de tekst is een sluitpost en de titel tappen ze uit een ander vaatje. William Burroughs zou trots op ze zijn. De hit van de tweede ep is Gloeilamp – met een geweldige finale. De titel verwijst op dichterlijke wijze naar de bandnaam, maar: “Er zit totaal geen verhaal achter.”
De songtitel Assie? “Assie is straattaal voor hash.” Een ander voegt een andere bron toe: “De Duitse band Lassie opende de nieuwe Slachthuis.” Hiermee komen we op het begin van Achterlicht: het Slachthuis, de kraamkamer van een hele zut nieuwe punkbands. “Officieel,” beweert Rein met spottende nadruk op dit woord, “zijn we op 1 januari 2022 begonnen. Punk maken we via het Slachthuis. Eerst waren we een coverband, met een andere drummer. Toen Guus O. van toetsen naar drums ging en ik erbij kwam, werd het al snel punk. J.C. Thomaz and the Missing Slippers speelde in het Slachthuis en was een inspiratie.” In een uithoek van de telefoon klinkt een relativering: “Nou?!” Het ‘oude’ Slachthuis trok de band letterlijk de scene in. Alle concerten waren er gratis, wat een lage drempel is voor nieuwsgierige gasten van rond de vijftien. Met resultaat.
Haarlem is where it’s at! Schrijf dat maar op!
Bekend van Asbest Boys, Floyd Hemorrhoid en meer: Buster van der Gugten, kleinzoon van Joost Swarte, lijkt met onder andere zijn platenlabel Gips de spil te zijn van de gerevitaliseerde punkscene van Haarlem die zich in en rondom het Slachthuis concentreert. “Buster is echt goed in het oppikken en boosten van nieuwe bands.” Achterlicht raakte Busters gevoelige snaar en hij besloot hun verrichtingen vast te leggen op een analoge 4-track recorder. “Slachthuis heeft wel een echte studio,” zegt één van de vier, “maar daar nemen we niet op.” De onrust neemt toe aan de andere kant van de lijn. Smakelijke flarden vechten om voorrang door de piepkleine speaker: “Haarlem is where it’s at! Schrijf dat maar op!” en “Bicepspunk, telraampunk: het is zo’n dingetje met punk, al dat benoemen. Het is gewoon allemaal REAL ROCK!”